Column: matras

  |  14 maart 2018  |  Columns


Column: matras

En toen was daar toch dat moeilijke punt. Ik werd somber, out of the blue. Een donderwolk, ik trok mijn harnas aan en trok ten strijde tegen de vijandige wereld, het donkere bos in, op zoek naar de vijand.
Helaas merkte ik pas aan de zenuwachtige reactie van mijn nieuwe liefde dat ik dat harnas droeg. Het lukte me maar niet om gezellig te doen.

Met de ruggen naar elkaar toe vielen we in slaap.

De volgende ochtend werd ik bezwaard wakker en zei met de moed der wanhoop (want ik wil ‘m niet kwijt): ’sorry dat ik zo bokkig deed.’ Er kwam wat gebrom terug van de andere kant van het matras. En tot mijn eigen verrassing voegde ik eraan toe: ‘Ik mis de analyse’. De tweede brom klonk een beetje als: ‘o ja?’ met een piepklein waarommetje erachteraan.
En toen vertelde ik hem toch maar – ook al verzette zich alles in me – dat het soms lijkt alsof zijn jeugd mijn jeugd is en zijn werk mijn werk en zijn ex mijn ex…. En toen ik dat zo begon te vertellen, besefte ik tegelijkertijd dat ik gewoon diep moet ademhalen en me realiseren dat zijn ex niet mijn ex is (ik heb zelf genoeg aan mijn eigen ex!) en zijn werk niet mijn werk en dat mijn jeugd mijn enige echte jeugd is met mijn al te wijze moeder en mijn lieve vader en ons zonnige huis met de bloeiende meiboom in de tuin (dat dan weer wel).

Wat een opluchting. Ik verjoeg helemaal zelf de spoken en keerde terug in de realiteit.
En wat er verder die ochtend op dat matras is gebeurd, daar hebben jullie niks mee te maken, ook al kies je je therapeutenberoep natuurlijk alleen maar om ongegeneerd seksverhalen uit mensen te kunnen peuteren.

Sabine (57) blikt maandelijks terug op haar net afgeronde analyse in columns van 301 woorden. Hoe verder na ruim zes jaar psychoanalyse?