Thema: Onbewust maakt onbemind
Op donderdagochtend en vrijdagochtend zijn er parallelsessies. Je kunt ter plekke een keuze maken.
klik op de personalia en titels van lezingen voor meer informatie.
Op donderdagochtend en vrijdagochtend zijn er parallelsessies. Je kunt ter plekke een keuze maken.
klik op de personalia en titels van lezingen voor meer informatie.
Sacha de Reuver
De lezing van Sacha zal een overzicht bieden van de verschillende psychoanalytische behandelingen binnen de GGZ met speciale aandacht voor het ontstaan van mentaliseren binnen de moeder-kindrelatie. Tevens zal zij een psychoanalytische blik werpen op de Suske en Wiske; een voorbeeld dat psychoanalytische kennis impliciet aanwezig is in dit culturele erfgoed.
Marc Hamburger
De meeste mensen zullen bij het woord Psychoanalyse onmiddellijk denken aan de grondlegger, Freud. En daarna zullen associaties volgen als ‘sofa’, ‘dromen’, ‘seks’, ‘oedipuscomplex’… Maar misschien ook: ‘lang geleden’, ‘ouderwets’, ‘onwetenschappelijk’… Wat waren de ideeën van Freud? Heeft hij de wereld veranderd? Was hij een charlatan? Heeft hij zijn patiënten echt geholpen? En wat is er nog bruikbaar van zijn gedachtegoed? Deze vragen staan centraal in een lezing over de theorieën van de vader van de psychoanalyse, Sigmund Freud.
Simone Logtenberg
Overdracht is een fenomeen dat zich voordoet in iedere menselijke relatie. De voordracht zal ingaan op de specifieke betekenis van overdracht in de psychoanalytische relatie tussen analysand en analyticus. Met klinische voorbeelden wordt geïllustreerd hoe de interpretatie van overdracht en tegenoverdracht een belangrijke techniek is waarmee de analyticus de analysand nieuwe betekenis aanbiedt en daarmee een weg naar groei en ontwikkeling opent.
Hansa van Ramshorst
Ons onbewuste is allesbepalend: het stuurt ons gedrag, ons denken, onze gevoelens.
Centraal in de psychoanalyse staat het idee van verdringing: emotionele ervaringen, die door het psychisch apparaat uit het bewustzijn worden verdrongen naar het onbewuste, maar wel blijven bestaan.
Het geheugen, waarin herinneringen opgeslagen zitten, speelt een belangrijke rol in de werking van de psyche. De werking van het geheugen is echter niet eenduidig en in grote mate afhankelijk van de juiste omgevingsfactoren voor het oproepen van herinneringen. Waarom, bijvoorbeeld, lijken verhalen van traumatische gebeurtenissen bij de een in het geheugen gegrift en bij anderen totaal verbannen te zijn?
Frans Schalkwijk
Een klinische vuistregel luidt dat schaamte de vijand van het narcisme is. Dat geldt inderdaad voor het grandioos narcisme, waar het ontluiken van schaamtegevoelens een breuk in de narcistische inkapseling aankondigt. In zijn voordracht gaat Schalkwijk in de complexe relatie tussen narcisme en schaamte, die genuanceerder ligt dan de klinische vuistregel voorspiegelt. Want schaamte waarover en ten opzichte van wie?
Jos van Mosel
Welke aanpassingen in de ‘klassieke’ psychoanalytische werkwijze zijn nodig om structurele verandering in de borderline persoonlijkheidsorganisatie aan te brengen?
Welke van de verschillende psychoanalyses – driftpsychologisch, egopsychologisch, objecrelationeel, zelfpsychologisch – kunnen we daarvoor het best gebruiken? Een kleine anderhalf uur theorie en praktijk van de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen.
Barbara Gozens
Een solovoorstelling met en voor actrice Barbara Gozens. Over het levenslange contact met haar broer die aan schizofrenie lijdt. Hoe zij met haar broer en zijn psychiatrische problemen omging en hoe ze daar nog steeds mee omgaat. Haar levensverhaal.
Medewerkers:
Spel: Barbara Gozens.
Muzikale ondersteuning: Hugo Alexander van Riet
Tekst en regie: Hans van Hechten
Voor meer informatie zie: www.toneelgroepdestoelen.nl
Eva Prinsen
Aan de hand van casuïstiek zullen problemen in de vroege hechting geïllustreerd worden en de gevolgen ervan voor de kinderontwikkeling. Het kind kan pas betekenis verlenen aan de chaotische binnenwereld in de relatie met de liefdesobjecten. Klachten ontstaan wanneer de holding en containment tekort schiet en zijn een weerspiegeling van onbewuste angsten, van datgene waar nog geen woorden voor zijn, wat gevoeld maar nog niet begrepen kan worden.
Willem Heuves
De psychoanalyse heeft de meest omvattende theorie over de leeftijdsfase tussen kindertijd en volwassenheid. In het college over adolescentie worden de belangrijkste ontwikkelingslijnen beschreven van deze ingrijpende en belangrijke leeftijdsfase.
Antonie Ladan
In de lezing komt aan bod dat wij niet alleen een afkeer van oorlog hebben, maar er ook naar kunnen verlangen. Dit verlangen is verbonden met de mogelijkheid, die oorlog lijkt te bieden om het taboe op het erkennen van onze fundamentele machteloosheid in stand te houden. Juist in deze tijd is kennis van onze innerlijke houding ten opzichte van oorlog van groot belang.
Marcel Schmeets
In deze lezing gaan we in op het spannende interdisciplinaire veld tussen neurowetenschappen en psychoanalyse. Neurowetenschappelijke gegevens blijken verrassend te passen in psychoanalytische concepten. En omgekeerd vraagt de hedendaagse neurowetenschap om conceptualiseringen die de psychoanalyse leveren kan. Echter, zonder controversen gaat het niet. Critici menen dat hiermee de ‘mind’ wordt gereduceerd tot materie (‘Brain’). En jazeker, de term Neuropsychoanalyse alleen al vraagt om uitleg over de filosofische verhouding tussen lichaam en geest. We gaan kijken hoe ver we komen!
In een groepje van maximaal 6 personen kun je een bezoek brengen aan een analyticus in zijn of haar spreekkamer. Je hebt de keuze om naar een analyticus te gaan die volwassenen behandelt of een analyticus die voornamelijk met kinderen en jeugdigen werkt. Bij kinderen en jeugdigen wordt het spel dat kinderen laten zien gebruikt om hun binnenwereld te begrijpen.
Je krijgt de gelegenheid vragen te stellen en met elkaar en met de analyticus in gesprek te gaan, bijvoorbeeld over wat redenen zijn om in analyse te gaan, wat het verschil is tussen een analyse van vijf keer per week en een wekelijkse psychotherapie, hoe het is voor een analyticus om iemand elke dag jarenlang te zien, of kinderen ook zo vaak komen, hoe kunnen in hun spel problematiek naar voren brengen, of ouders ook betrokken worden in de behandeling, wanneer iemand ‘klaar’ is met zijn of haar analyse, hoe is om op de bank te liggen en de analyticus niet te zien, en hoe het is om achter de bank te zitten. Maar misschien wil je ook even proberen hoe het is om op de bank te liggen en vrij te associëren.
Iedereen kan aan dit onderdeel meedoen, ook als je je alleen ingeschreven hebt voor de inleiding op maandag en dinsdag.
Sylvia Janson
Winnicott is een van de meest geciteerde psychoanalytici. Concepten als ‘the good-enough mother’, ‘the true and the false self’ en zijn ideeën over bijvoorbeeld afhankelijkheid en de angst om te decompenseren baseerde hij in belangrijke mate op zijn ervaringen als analyticus, maar ook op zijn observaties als kinderarts. Zijn ideeën zijn van belang om de vroege ontwikkeling tussen moeder en kind te begrijpen en zijn van grote waarde voor de klinische praktijk met kinderen én met volwassenen.
Roderik Hendriks
In het hedendaags discours wordt trauma toch vooral gezien als een set klachten na een schokkende gebeurtenis, waarop een technische interventie behandeling van eerste keus is. De analytische setting faciliteert echter diagnostiek van interpersoonlijk trauma door te focussen op de interactie tussen analyticus en analysand. Sporen of echo’s van het vroege trauma zijn waar te nemen in het contact, waarbij de analyticus zich vaak in een precaire rol gemanoeuvreerd ziet worden. Aan de hand van klinische en onderzoeksvoorbeelden zal de spreker dit fenomeen illustreren, met speciale aandacht voor de rol van narcisme, herhalingsdwang en onbewuste communicatie.
Leontine Brameijer
Melanie Klein (1882-1960) paste als eerste Freuds methode toe bij kinderen en ontdekte in het spel van haar patiëntjes veel over hun fantasieleven. Ze verrijkte de psychoanalyse met haar gedachten over projectie en projectieve identificatie, over de paranoïd-schizoïde – en de depressieve positie, en over afgunst en dankbaarheid. Ze analyseerde en superviseerde veel beroemde analytici en was een bijzondere moeder en grootmoeder. In deze lezing zullen haar levensloop en haar hoogst originele bijdrage aan de psychoanalyse nader worden belicht.
Margaret Hagenbeek
In ons werk staat de gevoeligheid voor hetgeen zich bij onze analysandi, in onszelf en tussen analysant en onszelf aandient centraal. We laten ons daar natuurlijk bij ondersteunen door de literatuur, maar we gebruiken onszelf hierbij ook als instrument. Wat ik versta onder ‘de kracht van de onbewuste communicatie’ hoop ik te kunnen illustreren aan de hand van literatuur en ervaringen uit de eigen praktijk.
Marja Wille-Buurman
Naast de verbale uitwisseling over de innerlijke wereld van de analysant ontstaat in de psychoanalyse als ‘talking cure’ vanaf het eerste moment ook een intense, nog niet geverbaliseerde uitwisseling van sensaties en subtiele uitingen in houding en gedrag, welke vooral heel vroeg bepaalde problematiek zichtbaar maakt. Met behulp van klinische voorbeelden en theorie wordt het belang dit te onderkennen en te begrijpen toegelicht.
Marc Hebbrecht
Er wordt stilgestaan bij de epistemologische geschriften van Bion en dan vooral bij zijn theorie over het denken en zijn boek ‘Learning from Experience’ uit 1962. De klinische implicaties van zijn theorie over het denken, krijgen bijzondere aandacht.
Thijs de Wolf
Het psychoanalytisch proces gaat over rêverie, reflecteren, fantaseren en leren fantaseren, over innerlijke werkmodellen die ons doen en laten sturen, over veiligheid, over hechten en onthechten, over loslaten om elkaar weer te kunnen (her)vinden. Het gaat over het innerlijk representeren van wat er in de externe realiteit is. Het gaat over hoe de ontwikkeling van mensen verloopt, waardoor ontwikkeling wordt gefaciliteerd dan wel wordt verstoord. Hoe dat gaat en wat de condities zijn die dat faciliteren of juist verhinderen, daar gaat de psychoanalyse en dus ook dit verhaal over.
Wouter Gomperts
Psychoanalyse en wetenschap hebben een moeizame relatie. Het dilemma is: wat psychoanalytisch interessant is, laat zich meestal moeilijk onderzoeken en wat goed te onderzoeken is, is psychoanalytisch vaak niet zo interessant. Hoe ziet de interactie tussen psychoanalytici en wetenschappers eruit? Zijn daar in de loop van de tijd patronen in te ontdekken? En wat is de uitwerking daarvan op de wetenschappelijke en maatschappelijke status van de psychoanalyse als een familie van behandelingsmethoden?
Fernanda Sampaio de Carvalho
De World Health Organization (WHO) heeft als ondergrens voor het in leven houden van kinderen een zwangerschapsduur van 22 weken en 500 gram geboortegewicht gesteld. In Nederland worden kinderen vanaf 24 weken zwangerschapsduur behandeld om in leven te blijven. Ouders en baby’s verblijven, in het meest gunstige scenario, dan nog minimaal 16 weken in het ziekenhuis voordat het kind naar huis mag. In deze lezing wordt aandacht besteed aan het extreme verloop van de zwangerschap en de moeizame start van het ouderschap.
Marc Hebbrecht
Eén van de deelnemers kan een droom inbrengen die dan wordt besproken volgens de methode van Ullman. Het gaat niet om het duiden of het beoordelen van de droom, wel om de appreciatie van dromen. Hiermee wordt dus meer aandacht besteed aan de creatieve en de esthetische aspecten van de droom.
Fons Van Coillie
De introductie van de doodsdrift betekende een omwenteling in het Freudiaanse denken. Voorheen werden de onopvoedbare seksuele driften verantwoordelijk gesteld voor de menselijke neiging tot psychopathologie en wangedrag. Nu worden de agressieve en destructieve doodsdriften als de grootste vijanden van de cultuur bestempeld – een zeer actuele visie in onze tijden van oorlog en vernietiging.
Johan De Groef
Psychoanalyse en verstandelijke handicap vormen geen vanzelfsprekend koppel. Ten onrechte. Psychoanalyse blijkt een efficiënt en effectief practisch en theoretisch kader te zijn om mensen met een verstandelijke handicap (zeker die met bijkomende geestelijke gezondheidsproblemen) te behandelen, te begeleiden. Psychoanalyse en verstandelijke handicap of over Narcissus en echo’s van verlangen.
Tango Argentino Amsterdam
“Droevig, sensueel en slaperig komt, een mengeling van lach en klacht
van de instrumenten aangevlogen, gaat het lichaam binnen,
en ontsteekt de passie die in de ziel te slapen ligt.”
‘Apología tanguera’ A. P. Maroni
Ingetogen gedanst, en vol van expressie, een dialoog tussen man en vrouw in een innige omhelzing, dit is de Argentijnse tango.
Claudia en Jouke nemen je mee op deze reis.
Paul Verhaeghe
Tegenwoordig is er heel veel te doen over het mislukken van liefdesverhoudingen, waarbij al snel een uitdrukking van Lacan opduikt (“Il n’y a pas de rapport sexuel”, er bestaat geen seksuele verhouding). De bijbehorende theorie gaat over het verlangen (‘désir’), de eindeloze verschuivingen daarbinnen en de onmogelijkheid van een definitieve invulling. Wat daarbij al te vaak uit het oog verloren wordt, is de drift, als één van de meest typisch Freudiaanse begrippen. Een psychoanalytische theorie en praktijk die zichzelf ernstig neemt, moet daar ten volle aandacht aan besteden.