Presentatie Film Frantz

Marion Wolfis  |  11 juli 2022  |  Geen categorie, presentaties en lezingen, Sheets & docs


Inleiding op de film Frantz, als onderdeel van de Summer University Psychoanalyse 2022, ‘geheimen gonzen’, op dinsdag 5 juli 2022                                                                                                                                

spreker Sacha Marlisa, moderator Edwin Bouman, beiden psychoanalyticus.

Hieronder wordt haar lezing weergegeven;

“Goedenavond allemaal. 

De film Frantz heb ik in 2019 eerder vertoond en besproken vanuit het project Psychoanalyse en Film, dat indertijd (ook) Geheimen als seizoentitel had. 

Terzijde: Psychoanalyse en Film is een gezamenlijk project van de Nederlandse Psychoanalytische Vereniging (NPaV) en filmhuizen in Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Maastricht. Zie: psychoanalyse en film (npav). 

Over geheimen: Een geheim hebben betekent: iets apart houden en bewust niet met anderen delen. Een geheim hebben met iemand verbind je met diegene waarbij je anderen buitensluit. Een geheim hebben voor iemand creëert afstand. Een geheim weten over iemand geeft macht.                                                                                                                                                                                                                                                                             Een geheim hebben kan voelen als leugenachtig, en kan erg belastend zijn, terwijl iets geheim kúnnen houden juist een vermogen is, en getuigt van gezondheid.                                                                                                                                                     

Naast bewust verborgen geheimen, bestaan ook onbewust door onszelf en voor onszélf verborgen geheimen. We hebben dan iets innerlijk weggestopt, maar dat wéten we niet; en we kennen dat weggestopte niet. Dat is een vermogen van onze psyche, om dat wat we niet kunnen verdragen, of iets waar we innerlijk een verbod op hebben, via psychische mechanismen naar het onbewuste te verbannen. En overspoelende verschrikkingen worden zelfs niet ten volle beleefd vóórdat ze weggemaakt worden; en dat noemen we traumatisch.                                                                                                                                Onbewuste innerlijke geheimhouding en vermijding is een oplossing voor dat moment en in díe levensfase, omdat het verder leven mogelijk maakt. 

Maar wat als het gaat om zaken die ons leven inhoud geven, bijvoorbeeld liefdesgevoelens of afhankelijkheidsgevoelens, of om weggedrukte traumatische verschrikkingen?                                                                                                                                                                                      

Dan gaan we afzien van liefdesrelaties of van afhankelijkheidsrelaties, en dan binden we ons niet, om maar niet verlaten te kunnen worden, of om maar niet in bezit te worden genomen en overgeleverd te zijn aan de ander. En bij trauma doen we alles om die onverdraaglijke herbeleving van verschrikkingen, te vermijden. 

Want níets van onze belevingen kan écht weggemaakt worden. Ze zijn en blijven er altijd. En ook al zijn ze onbewust gemaakt, ze kunnen bij een aanleiding opeens tevoorschijn springen. Bij trauma-problematiek kunnen zo herbelevingen optreden, die ons direct terugbrengen in die weggestopte maar innerlijk nog steeds aanwezige, traumatische ervaring.

In deze film zullen we bewuste en onbewuste geheimen tegenkomen. En we gaan zien hoe onze personages daarmee omgaan. En in deze film spelen geheimen misschien zelfs wel de hoofdrol.                               

Naar de film:

Uit het korte intro weet u al dat het verhaal speelt in de nasleep van de eerste wereldoorlog, namelijk in voorjaar 1919; nu ruim een eeuw geleden.

Over deze oorlog heeft Nederland, dat neutraal bleef, niet zozeer een eígen verhaal; díe oorlog zit niet ín ons. Wij weten ervan en we kennen de feiten. Maar in ons buurland Belgie, dat er wél in betrokken raakte, wordt deze oorlog  “de grote oorlog” genoemd ; om de uitgestrekte slagvelden, om de enorme dodentallen, om de gruwelijkheid van het man-tegen-man gevecht.

Opvallend dat de maker van deze film, François Ozon, als Fransman deze film maakte vanuit Duits perspectief. Ik las dat hij tweetalig is opgegroeid, en hij zal dus grote betrokkenheid hebben bij beide culturen. Ook deze film is in twee talen. En de benadering in deze film is heel anders dan hoe Duitsland, de aanstichter én de verliezer van de eerste en van de tweede wereldoorlog, meestal negatief en vijandig in beeld wordt gebracht.

Duitsland heeft verloren en Frankrijk heeft gewonnen in deze verschrikkelijke loopgravenoorlog. En na de oorlog zijn de mensen in Duitsland en in Frankrijk vervuld van haat, rouw, triomf, schuld, verdriet… En dat zien we ook in deze film.

De titeldrager, Frantz, is de gesneuvelde Duitse soldaat, en hij krijgt voor ons alleen vorm vanuit de herinneringen en projecties van de andere personages.  Die anderen zijn: Anna, met wie hij zou gaan trouwen; zijn vader Hans Hoffmeister; zijn moeder Magda Hoffmeister; en Adrien, de Fransman die bij deze familie op bezoek komt omdat hij op zoek is naar wie Frantz was.

Elk van deze personages heeft zijn of haar eigen verhaal, én zijn of haar eigen innerlijke worsteling met de werkelijkheid. 

Adrien bezoekt het dorp van Frantz, waar Anna en de ouders van Frantz in diepe rouw zijn. Hun levens staan stil. Het bezoek van Adrien heeft een enorme impact op hen allen. 

Omdat de thema’s rouw en trauma zo’n centrale en verbindende rol spelen, wil ik aan deze thema’s nu vooraf enige aandacht schenken.

Over Rouw

Rouw is het emotionele proces dat volgt op verlies. In het bijzonder het verlies van een geliefd persoon, maar het kan ook gaan om verlies van een abstractie zoals vaderland, of vrijheid, of ideaal; zoals ook dit in deze film getoond wordt.                                                                                          

Dit psychische proces dient ertoe om diegene die, of datgene dat, er feitelijk in de realiteit niet meer is, ook innerlijk los te kunnen laten. Een pijnlijk maar noodzakelijk proces om de weg vrij te maken voor de toekomst. Een helend proces, waarvan het doel is om die persoon, dat vaderland, dat ideaal, te kúnnen gaan missen, met behoud van het kunnen verder léven; van opnieuw te kúnnen liefhebben. Waarbij herinneringen niet meer alleen pijn oproepen, en waarbij er ook vertrouwen en verwachting naar de toekomst kan zijn.

Als het pijnlijke proces van loslaten niet aangegaan wordt, of niet lukt, dan wordt iets essentieels “bevroren”. Dan is er geen innerlijke beweging meer, en geen ontwikkeling. Dan is er geen innerlijk leven meer. 

Dit proces van loslaten werd door Freud Trauerarbeit genoemd, omdat het om een moeilijke pijnlijke innerlijke worsteling gaat bij het terugnemen van de – door hem zo genoemde – libidineuze bezetting van dat liefdesobject. Dat wil zeggen: het terugnemen van de eigen driftmatige, libidineuze verlangens die gericht waren op dát liefdesobject. En met libido gaat het behalve om de seksuele drift, om de levensdriften in ruimere zin; om de zin om te léven.

De duur van het rouwproces kan erg verschillen, maar de essentie is dat er beweging in dit proces blijft, en dat het doel is om weer de innerlijke vrijheid te hebben om het verlangen op een nieuw object of nieuw ideaal te kunnen richten. 

Blokkade in het rouwproces kan soms direct herkenbaar zijn, bijvoorbeeld met feitelijk niet verder kunnen leven. Met zich terugtrekken in depressie, of zelfs in suïcide.                                                                                                                                                         Minder direct herkenbaar kan het zich manifesteren als een blijvende vlucht in de illusie, die wel heilzaam en helend aandoet, maar die in zekere zin juist ook stilstand van de verwerking betekent. De libidineuze bezetting blijft dan gericht op het verloren object. Als deze vlucht verder gaat dan de illusie, en kenmerken van een waan gaat krijgen, dus met concrete irreële aspecten, dan herkent iedereen dat als pathologisch en als niet helend.

Over Trauma

Trauma (letterlijk: wond) is een veelgebruikte term, en ook al wordt dit begrip heel verschillend in de breedte gedefinieerd, iedereen begrijpt dat het gaat om innerlijke schade. Er is iets innerlijk kapot; psychische innerlijke functies “doen het niet meer” of -zoals bij kinderen- komen niet tot goede ontwikkeling.

Bij trauma gaat het om (ik citeer Groen-Prakken, een bekende Nederlandse psychoanalytica) “een beleving die de synthetiserende en integratieve functies van het ego tijdelijk buiten werking stelt, zodat het trauma als een onverwerkte en onverteerde brok in de psyche blijft liggen”.

We begrijpen wat “synthetiserend” en wat “integratief” betekent, maar wat moeten we ons erbij voorstellen? We gaan er in het algemeen van uit dat we kunnen beleven én kunnen verwoorden wat we meemaken. Dat dit een innerlijk psychisch proces vraagt van synthetiseren en van integreren van beelden, van gevoelens, van losstaande fragmenten, daar staan we meestal niet bij stil omdat het vanzelf gaat. Maar dit verwoorden hebben wij in onze ontwikkeling moeten leren van en met een ander. En zelfs dan kan het al voor gewone gebeurtenissen moeilijk zijn om de opgeroepen gevoelens te her-kennen en te verwoorden.

Bij overspoelende ervaringen schiet dit innerlijke proces van ordening tekort; en dan kunnen de beelden, de heftige indrukken, de paniek, de heftige gevoelens, niet verwoord en niet bijeengevoegd worden. En als er geen woorden gegeven kunnen, dan worden kan er ook niet over na-gedacht worden in taal, en evenmin kan die ervaring gedeeld worden met een ander, en daarmee zal de eenzaamheid, het alleen zijn in die radeloosheid, alleen maar toenemen. 

Een traumatiserende beleving kan dus letterlijk niet íngenomen worden; niet verteerd worden, niet georganiseerd worden. Er kan geen innerlijk narratief, geen innerlijk eigen verhaal, van gemaakt worden.

Wat we kennen van posttraumatische klachten en symptomen, is het overspoeld en overweldigd worden; is de radeloosheid van het gevoel van “alles kwijt zijn”; is het onverdraagbare verlies aan controle met afwisselend herbeleving en ontkenning van het gebeurde.

Herstel van trauma vraagt dus om psychische organisatie, van “narrative recollection”, vraagt het zoeken naar de zin, de “search for meaning”, voor het gebeurde.  En dit is vaak niet of nauwelijks mogelijk zonder de hulp van een ander die dit proces begrijpt. 

En waar het trauma betreft is er altijd ook sprake van ernstig verlies. Dus zal herstel van trauma altijd ook een gecompliceerd rouwproces vergen.

Vaak zal er een “onverteerde en onverwerkte brok” intrapsychisch blíjven. En dat betekent dat bepaalde triggers blijvend deze weggestopte brok zullen doen openbreken, met dan de directe terugkeer van die rauwe traumatiserende toestand.

Genoeg voor nu, nu eerst de film, waarin we deze thema’s verbeeld zien. En graag wil ik ná de film en voor onze discussie, een vervolg geven op deze thema’s, en dan toegespitst op de film. 

Nawoord:

Er is  natuurlijk veel te zeggen over allerlei aspecten van deze film, en ik hoop dat ieder van u deze gelegenheid aanneemt om dat ook te doen. Maar graag wil ik u eerst een van mijn constructies, van míjn verhalen over het filmverhaal aanbieden, omdat u dan weet van waaruit ík spreek. En we kunnen het natuurlijk ook hebben over wat de filmer ons wil vertellen met zijn film.

Frantz’s ouders, en Anna, leven op met het bezoek van Adrien. Ze ervaren weer  de levendige en liefdevolle gevoelens die ze vroeger koesterden, naar en met Frantz. Er kwam weer innerlijke beweging.

Moeder Magda is degene die het gezamenlijke in dit rouwproces aanzet geeft met haar (ik noem het maar) wensfantasieën, en daarin neemt zij Anna, Adrien en uiteindelijk ook haar man Hans mee. Zij uit als eerste de gedachte dat Adrien wel een studievriend van Frantz zal zijn, en bij zijn bezoek gaat Adrien daarin mee. En zo wordt deze illusie een gezamenlijke creatie van hen allen, die hen allen goed doet; die hen doet opleven.

Tot Adrien, in die gezamenlijke illusie, letterlijk instort als hij voor het eerst weer viool speelt; op de viool van Frantz; wat diens hart was, aldus de vader. Als hij Anna ziet, hem begeleidend op de piano, en de ouders, in liefdevolle omarming wegdromend, dan kán Adrien niet meer in die illusie verder.

Wij als toeschouwers hebben al gezien hoe Adrien zich Frantz fantaseert; hem romantiseert; zich Frantz tóe-eigent. Als een liefdevolle vriend?, als de broer die hij graag had gewild?, als zijn geliefde?. Het zijn de fantasieën van hem en daar zit hij dus zélf in; het zijn zíjn projecties.

Het geheim van Adrien, namelijk dat hij Frantz doodschoot, en zich zijn moordenaar voelt, was onverdraagbaar. Misschien dat hij zich daarom  verplaatste in Frantz, en in diens pacifisme. Adrien was psychiatrisch opgenomen na de oorlog, maar had vergeving nodig van de nabestaanden van Frantz; dát was zijn noodzaak.

Hij deelt zijn geheim met Anna; en hij moet, en kan dan ook, zijn echte verhaal   -misschien voor het eerst?- vertellen. Zijn verhaal van die traumatische oorlogssituatie.

Later blijkt hij zijn carrière als violist te hebben opgegeven, en weer bij zijn moeder te zijn gaan wonen. En hij gaat trouwen met de zus van zijn gesneuvelde dierbare vriend. Dat lijkt een oplossing waarbij wel liefde en veiligheid speelt, maar waarbij hij met zijn viool, net als Frantz, ook zijn hart heeft weggedaan.

En dan Anna…hoe is het met haar?…en hoe zal het haar vergaan?…Zij is degene die de geheimen bewust ínneemt, en die ze hóudt. De enige die de werkelijkheid kent, en een weg terug lijkt afgesloten. Zij is degene die totaal eenzaam blijft, zonder familie, en met die geheimen is er afstand gekomen tot de ouders en tot Adrien.

Anna heeft teveel te verwerken; want hoe goed heeft Frantz zich aan haar laten kennen? Hoe samen waren zij? Het besluit van Frantz om zijn wapens niet te laden; dat hij dus wist dat hij zich niet zou verdedigen. Had hij zich dat al voorgenomen toen hij de oorlog inging? Is het suïcide-schilderij dat Adrien koos juist ook op Frantz van toepassing? Is dat misschien het grootste geheim in deze film?

Ik heb enkele interviews met Ozon over deze film bekeken, en zijn antwoord op de vraag of de film een happy-end heeft is…”ja…(en dan aarzelend)….tenminste …dat denk ik wel…hij laat dat aan ons. 

Daar bij dat schilderij van Manet zit een jongeman, en Anna gaat bij hem zitten. Ze zegt: ik krijg daarvan juist zin in het leven. Mijn indruk was dat die man op Adrien leek, en ik dacht: betekent dit de herhaling van een uitzichtloze liefdesrelatie? Herhaling als symptoom van vastgelopen rouw?

Of is er ook hoop, zoals Winnicott, een befaamde psychoanalyticus, altijd de hoop open houdt, en zegt dat elke herhaling opnieuw de kans geeft op een andere afwikkeling van het trauma.