Column: muurtje
| 19 februari 2018 | Columns
Column: muurtje
Soms lijkt het alsof ik iets kwijt ben of vergeten, alsof ik m’n jas ergens heb laten hangen of mijn sleutels niet heb meegenomen. Een vaag gevoel van verlies.
Dat gevoel komt meestal op als ik niet weet hoe ik iets moet oplossen of me verdrietig voel of machteloos. Voorheen wist ik dan dat er binnen 24 uur een oplossing kwam. Opgeluchte ademhaling. Ook al bleef ook dat vaag en ondefinieerbaar. Er was een rustpunt, een muurtje om tegen te leunen. Het was de analyse, de vertrouwde bank, waar ik bijna dagelijks op neerplofte met al mijn grote en kleine zorgen. De zachte bank, die eindeloos geduldige, vertrouwde, luisterende bank, ook al was hij soms vijandig. Als ik er de warmte van de vorige patiënt voelde, of de geur van een vreemd parfum. Oh, wat was ik dan boos dat de bank niet alleen van mij was, maar van een oneindige stoet vreemdelingen, indringers, de harem, de sloeries. Maar hij was er wel. De bank.
Nu is er niks als het nodig is, niet eens een overspelige bank. Ik pieker naar wie ik kan bellen. Zou mijn moeder …? Hè nee, die is allang dood. Die vriendin (of toch die andere… ?). Nee… dat gaat niet helpen. Wie dan wel? Wie kan me helpen, wie gaat me vertellen hoe ik moet leven.
Dan realiseer ik me dat er geen plek meer is om heen te gaan en dat ik bij mezelf te rade moet gaan. En even opent de afgrond zich, waarna die zich ook weer sluit. Kom op. Je kan het. Zo erg is het nou ook weer niet. Denk even rustig na. Wandel eromheen en bekijk ‘t van de zonnige kant.
Je bent je eigen rustpunt, je eigen muurtje om tegen te leunen.
Wat zou dat toch mooi zijn.
Sabine (57) blikt maandelijks terug op haar net afgeronde analyse in columns van 301 woorden. Hoe verder na ruim zes jaar psychoanalyse?